Op 3 februari heeft De Monitor van KRO-NCRV een programma over Pleegzorg uitgezonden. Hierin werden zorgen geuit over steeds zwaardere problemen bij kinderen in pleeggezinnen. Het gevolg hiervan is dat zo’n 45% van de plaatsingen van pleegkinderen worden afgebroken met een enorme impact voor de kinderen en de pleeggezinnen. De ChristenUnie fractie in Gouda wil graag weten of dit ook voor Gouda geldt en heeft daarom art38 vragen gesteld aan het college.

In huis plaatsing

Met de term ‘inhuisplaatsing’ wordt bedoeld dat kinderen die niet meer thuis kunnen wonen en uit huis worden geplaatst, zoveel als mogelijk in een gezinssituatie terecht moeten komen. Dit is ook een duidelijke focus in de Jeugdwet en als ChristenUnie in Gouda hebben we ons hier ook hard voor gemaakt. Met het amendement (tekstwijziging) ‘inhuisplaatsing’ hebben we op 5 november 2014 deze koers al uitgezet. Kinderen verdienen het om in een zo’n normaal mogelijke omgeving op te groeien, in een ‘normaal gezin in een normale wijk’. Dat is iets anders dan een instelling waar groepsopvoeders elkaar afwisselen en de kinderen samenwonen met leeftijdsgenoten, ook al weten we dat het voor sommige kinderen niet anders kan.

Gezinshuizen

Naast pleeggezinnen, die dit vrijwillig doen en alleen een vergoeding krijgen, bestaan er ook gezinshuizen. Hier worden kinderen geplaatst die niet passen in pleeggezinnen en meestal is één van de gezinshuisouders als professional in dienst van jeugdzorg. Het zijn ‘normale gezinnen in een normale wijk’ maar de ouders hebben wel de expertise om kinderen met een forse rugzak op te voeden, soms naast hun eigen kinderen. Als ChristenUnie geloven we in deze vorm van jeugdzorg en daarom hebben we in 2016 ook aan de bel getrokken toen organisatieveranderingen ten koste leken te gaan van kinderen in gezinshuizen.

Kosten

In het gesprek met de lector Residentiele Jeugdzorg, dhr Peer van den Helm, wordt gesuggereerd dat de keus voor pleegzorg meestal ingegeven is door kosten, terwijl het welzijn van de kinderen uitgangspunt moet zijn. De ChristenUnie heeft daarom gevraagd of dit ook geldt voor de situatie in Gouda door middel van art38 vragen. ‘Natuurlijk moeten we heel kritisch zijn op de kosten voor jeugdzorg, omdat we hier al een enorme uitdaging hebben, maar het mag nooit ten koste van de kinderen’ volgens Wout Schonewille. ‘En deze uitdaging is een verantwoordelijkheid van de hele samenleving. Goede zorg voor kwetsbare kinderen raakt ons allemaal maar raakt ook onze toekomst als samenleving’.

Klik hier voor de art38 vragen aan het college van Gouda.

Bouwen aan: Multiculti of Koninkrijk.

Afgelopen week was ik te gast bij Semper Fidelis, de christelijke studentenvereniging in Gouda. Naast de leuke ervaring om kennis te maken met het studentikoze sfeertje was ik ook aangenaam verrast door het thema. Aansluitend bij het jaarthema ‘bouwen aan….’ wilden de studenten nadenken over hun rol en verantwoordelijkheid in de multiculturele samenleving; hoe kunnen we bouwen aan een multiculturele samenleving?
Een spannend onderwerp waarbij ook nog eens de ouders waren uitgenodigd voor de zogenaamde ‘kijkdoos’ avond. En zo zat LuMina vol met reformatorische studenten en hun ouders die in Gouda kwamen kijken wat hun nazaten uitspookten en mocht ik als ‘lector’ (zo heet dat dan) mijn perspectieven delen. Hierbij heb ik gekozen voor een persoonlijk verhaal en niet voor een uiteenzetting van politieke standpunten.

Migratie

Vluchtelingen zijn er altijd geweest, dat is niet nieuw voor Nederland of Gouda. Vanaf 1580 zochten mensen een goed heenkomen in de Noordelijke Nederlanden op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. Gevolgd door Joden en Hugenoten die hun leven niet zeker waren vanwege hun geloof. Maar ook oorlogen waren redenen voor migratie. Duitsers en inwoners van Scandinavië tijdens de Dertigjarige oorlog. En zo’n miljoen Belgen kregen onderdak bij de 6 miljoen Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De economie is echter verantwoordelijk geweest voor een structurele stroom van vluchtelingen, vanzelfsprekend voor een land dat in 1780 het rijkste land ter wereld was.
De term ‘illegalen’ werd echter voor het eerst gebruikt voor de joden die vanaf 1938 moesten vluchten voor het Nazisme. Deze ‘ongewenste vreemdelingen’ werden opgevangen in kamp Westerbork en later zou de Nederlandse politie verantwoordelijk zijn voor het opsporen en ophalen van joden zodat ze afgevoerd konden worden naar de vernietigingskampen.

Multicultureel

Vanaf de jaren 50 en 60 werd er actief geworven onder ‘ontheemden’ in Oost-Europa, in Turkije en Marokko omdat we een nijpend tekort hadden aan arbeidskrachten. Het idee dat deze gastarbeiders ‘na een paar jaar weer terug zouden keren’ werd ingehaald door de administratieve last. Zo werden de tijdelijke werkvergunningen permanent gemaakt onder druk van de Nederlandse werkgevers. Dit wil echter niet zeggen dat er beleid was voor een effectieve integratie. Al snel bleek dat de Nederlandse overheid in de jaren 80 klem zat tussen de noodzaak van gastarbeiders en het gebrek aan budget voor integratie. Dit wordt politiek opgelost door de term ‘multiculturele samenleving’ als het ideaal waarin bevolkingsgroepen en culturen naast elkaar konden samenleven. Ondertussen weten we dat het cultuurrelativisme misplaatst is en ons voor forse samenlevingsvraagstukken stelt.

Cijfers

Deze uitdagingen worden zichtbaar uit de cijfers over migranten in 2017. Zo’n 77% inwoners heeft een Nederlandse achtergrond, 10% heeft een westerse achtergrond en 13% en niet-westerse achtergrond. De groei van migranten met een niet-westerse achtergrond wordt zichtbaar in onderstaand figuur:

Bouwen aan: Multiculti of Koninkrijk.

Afgelopen week was ik te gast bij Semper Fidelis, de christelijke studentenvereniging in Gouda. Naast de leuke ervaring om kennis te maken met het studentikoze sfeertje was ik ook aangenaam verrast door het thema. Aansluitend bij het jaarthema ‘bouwen aan….’ wilden de studenten nadenken over hun rol en verantwoordelijkheid in de multiculturele samenleving; hoe kunnen we bouwen aan een multiculturele samenleving?

Een spannend onderwerp waarbij ook nog eens de ouders waren uitgenodigd voor de zogenaamde ‘kijkdoos’ avond. En zo zat LuMina vol met reformatorische studenten en hun ouders die in Gouda kwamen kijken wat hun nazaten uitspookten en mocht ik als ‘lector’ (zo heet dat dan) mijn perspectieven delen. Hierbij heb ik gekozen voor een persoonlijk verhaal en niet voor een uiteenzetting van politieke standpunten.

Migratie

Vluchtelingen zijn er altijd geweest, dat is niet nieuw voor Nederland of Gouda. Vanaf 1580 zochten mensen een goed heenkomen in de Noordelijke Nederlanden op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. Gevolgd door Joden en Hugenoten die hun leven niet zeker waren vanwege hun geloof. Maar ook oorlogen waren redenen voor migratie. Duitsers en inwoners van Scandinavië tijdens de Dertigjarige oorlog. En zo’n miljoen Belgen kregen onderdak bij de 6 miljoen Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De economie is echter verantwoordelijk geweest voor een structurele stroom van vluchtelingen, vanzelfsprekend voor een land dat in 1780 het rijkste land ter wereld was.

De term ‘illegalen’ werd echter voor het eerst gebruikt voor de joden die vanaf 1938 moesten vluchten voor het Nazisme. Deze ‘ongewenste vreemdelingen’ werden opgevangen in kamp Westerbork en later zou de Nederlandse politie verantwoordelijk zijn voor het opsporen en ophalen van joden zodat ze afgevoerd konden worden naar de vernietigingskampen.

Multicultureel

Vanaf de jaren 50 en 60 werd er actief geworven onder ‘ontheemden’ in Oost-Europa, in Turkije en Marokko omdat we een nijpend tekort hadden aan arbeidskrachten. Het idee dat deze gastarbeiders ‘na een paar jaar weer terug zouden keren’ werd ingehaald door de administratieve last. Zo werden de tijdelijke werkvergunningen permanent gemaakt onder druk van de Nederlandse werkgevers. Dit wil echter niet zeggen dat er beleid was voor een effectieve integratie. Al snel bleek dat de Nederlandse overheid in de jaren 80 klem zat tussen de noodzaak van gastarbeiders en het gebrek aan budget voor integratie. Dit wordt politiek opgelost door de term ‘multiculturele samenleving’ als het ideaal waarin bevolkingsgroepen en culturen naast elkaar konden samenleven. Ondertussen weten we dat het cultuurrelativisme misplaatst is en ons voor forse samenlevingsvraagstukken stelt.

Cijfers

Deze uitdagingen worden zichtbaar uit de cijfers over migranten in 2017. Zo’n 77% inwoners heeft een Nederlandse achtergrond, 10% heeft een westerse achtergrond en 13% en niet-westerse achtergrond. De groei van migranten met een niet-westerse achtergrond wordt zichtbaar in onderstaand figuur:

Inzoomend op de Goudse situatie ontdekken we dat er een grote Marokkaanse gemeenschap is, zo’n 10% van de Gouwenaren naast 6% overig niet westerse migranten en 9% met een westerse achtergrond. Als je dit afzet tegen de wijken van Gouda zie je dat er vooral in Goverwelle (Oost) en Korte-Akkeren een grote Marokkaanse gemeenschap is.

Wonen: het is oneerlijk

De reactie op migratie, vluchtelingen of multiculturele groepen richt zich  vaak op drie thema’s; wonen, inkomen en veiligheid.

Wat betreft wonen is de slaagkans voor starters uit Gouda op een sociale huurwoning maar 16%, voor doorstromers is dat 14%. Dat is een forse uitdaging voor iedereen die graag een eigen plekkie wil. Maar ook in Gouda krijgen statushouders een urgentie verklaring waardoor het gevoel van oneerlijkheid al snel kan ontstaan als je opnieuw achter het net vist voor een woning in je eigen stad Gouda.

Inkomen: tekort gedaan

Onlangs was er weer een tendentieuze kop te lezen ‘aantal statushouders met uitkering moet dalen’. Tegelijk is dit wel een gevoel wat veel herkenning oproept. En gelet op de cijfers ligt er ook echt een vraagstuk aangezien 2,5 jaar na het verkrijgen van een verblijfsstatus nog steeds 84% een uitkering krijgt, ook al zit er een groot verschil tussen de verschillende groepen statushouders. Er is veel weerstand tegen statushouders die een uitkering krijgen, opvallend meer dan tegen andere uitkeringsgerechtigden. Vaak wordt dit gevoed door het idee dat mensen tekort worden gedaan, dat het veel geld kost en ten koste gaat van het eigen inkomen. De gevoel, gebaseerd op wantrouwen, is dat mensen niet krijgen waar ze recht op hebben, dat ze tekort gedaan worden.

Veiligheid: Wij moeten ons beschermen

Het derde thema wat vaak genoemd wordt bij statushouders en migranten is de veiligheid. En in de beeldvorming is vanaf 1990 de Islam hierbij een belangrijke rol gaan spelen. Als het gaat over de aanwezigheid van migranten in misdaad cijfers is het niet onlogisch dat er een relatie gelegd wordt met statushouders en vooral Marokkaanse jongeren. Wel zien we een afname bij alle groepen qua geregistreerde verdachten van misdrijven tussen 2005 en 2015

 

Onze reactie

Op basis van de cijfers rondom wonen, inkomen en veiligheid zie je vaak een begrijpelijke en herkenbare reactie. Deze reacties zijn trouwens van alle tijden en worden vaak gevoed door menselijke emoties, angsten of behoeften. Laten we eens kijken naar drie Bijbelverhalen waarin vergelijkbare reacties zichtbaar zijn.

Eva: tekort gedaan

Gelijk aan het begin van de mensheid is het al raak. Eva voelt zich tekort gedaan, er ontstaat wantrouwen en het idee dat ze niet heeft gekregen waar ze recht op heeft. Het onvermogen om te leven in afhankelijkheid van God levert niet alleen verwijdering op van je Maker maar uiteindelijk ook van je eigen identiteit. Want ineens wordt je ‘waarde’ niet bepaald door je mens-zijn maar door wat je presteert, door je werk en uiteindelijk bepaalt je inkomen je geluk.

Kaïn: Het is oneerlijk

Het idee dat de ander wordt voorgetrokken, dat het oneerlijk is en dat de ander daar de schuld van is zien we al bij Kaïn en Abel. Beiden brengen een offer maar God heeft alleen aandacht voor het offer van Abel. En in plaats dat Kaïn bij zichzelf te rade gaat hoe het komt projecteert hij zijn jaloezie op Abel; ‘het is zijn schuld’. En niet veel later vloeit het bloed over de aarde en is de eerste moord een feit.

Babel: Wij moeten ons beschermen

In een wereld waarin onze identiteit ligt in prestaties, waar de ander ons in de weg staat en het leven niet meer heilig is slaat de angst toe. Waar ben ik veilig, hoe kan ik mijzelf beschermen? En zo ontstaat het plan om een stad te bouwen, zodat je veilig bent achter de muren, en een toren als machtsvertoon. Wat een dwaasheid om te proberen het egoïsme, de afgunst en de angst buiten de muur te houden. Alsof een toren, als teken van macht, bijdraagt aan saamhorigheid en onderlinge relaties.

 

Een ander perspectief

Of het nu 6000 jaar voor onze jaartelling is of 2000 jaar erna, de menselijke reacties zijn vergelijkbaar. En elke keer ontdekken we dat het ons niet dichter bij een oplossing brengt. Dat die menselijke reacties, hoe begrijpelijk ook, niet helpen. Wat dan wel? Is er een ander perspectief?

Allereerst wil ik expliciet benadrukken dat het de taak van overheden is om te zoeken naar oplossingen. Als Raadslid geef ik hier ook mijn beste krachten aan maar met deze bijdrage kies ik voor een ander perspectief. Ik geloof dat Jezus Koning is en dat zijn leefregels goed zijn, ook voor de concrete vragen van het dagelijks leven. Misschien maakt mij dat een idealist, een dromer. Misschien vinden sommigen mij een luchtfietser of naïef. Maar ik kan niet anders dan geloven in een betere wereld, een wereld waar andere patronen gelden, waar wij als mensen anders met elkaar omgaan.

Tekort gedaan of leven in afhankelijkheid

In Mattheüs 20: 1-16 vertelt Jezus een verhaal over een wijnbouwer die op zoek is naar werknemers. Hij gaat verschillende keren op pad en neemt arbeiders aan voor zijn wijngaard. Aan het eind van de dag betaald hij alle arbeiders uit en begint bij de laatsten. Deze hadden maar 1 uurtje gewerkt maar kregen toch een volledig dagloon. De andere arbeiders die het zagen verheugden zich al op wat zij wel niet zouden verdienen. Maar helaas, iedereen kreeg het afgesproken bedrag voor 1 dag werken. Je kunt je voorstellen dat een aantal arbeiders ontevreden waren en op hoge poten hun gram gingen halen. Maar de wijnbouwer zei: Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig. Dit hebben we afgesproken en dat geef ik je ook. Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil?

Misschien denken wij als mensen wel veel te vaak dat we tekort worden gedaan, terwijl we gewoon krijgen wat ons toekomt. Als we nou eens wat meer in afhankelijkheid gingen leven. Dankbaar zijn voor al het goede wat wij ontvangen in plaats van kijken naar de ander of het wel ‘eerlijk’ is.

Het is oneerlijk of gericht op de ander

Een ander verhaal wat Jezus vertelt staat in Lukas 15: 11-32. Het gaat over een vader die twee zonen heeft. De jongste is het boerenleven zat en gaat op reis met de helft van de erfenis, terwijl zijn vader nog gewoon leefde. En als het geld op is vindt deze avonturier zichzelf terug tussen de varkens met een lege maag. Hij komt tot inkeer en gaat terug naar zijn vader. Deze is geweldig blij en organiseert een groot feest. De oudste zoon die gewoon hard aan het werk is geweest hoort de muziek en vraagt wat er aan de hand is. Wanneer hij hoort wat de reden is weigert hij het feest mee te vieren en beklaagd zich bij vader. ‘Ik ben altijd gehoorzaam geweest, heb hard gewerkt en ik kreeg niet eens een feestje. En nu organiseert u een mega-feest voor die lapzwans’. Het is oneerlijk. Maar die oudste zoon heeft zelf vergeten om te genieten van alles wat de vader hem wil geven. Hij was zo druk met zichzelf dat hij weigert om blij te zijn dat zijn broer weer levend thuis is gekomen.

Hoe anders kan het zijn als we leren om gericht te zijn op het welzijn van de ander. Hoe waardevol is het als we niet volledig in beslag worden genomen met zelfmedelijden en niet meer bang hoeven te zijn dat we oneerlijk behandeld worden.

Beschermen of liefhebben

In de brief aan de gemeente van Korinthe schrijft Paulus ‘daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijk bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd.’ Vervolgens roept Paulus ons op om ons te richten op de onzichtbare dingen die eeuwig zijn en niet op de zichtbare dingen die tijdelijk zijn. En Johannes schrijft ‘De liefde laat geen ruimte voor angst, volmaakte liefde sluit angst uit’. Beide apostelen geven hiermee invulling aan de opdracht van Jezus zelf ‘Heb je naaste lief als jezelf’.

We kunnen ons leven lang druk zijn met beveiligen en beschermen, muren bouwen en grenzen trekken maar de angst, de onveiligheid zal altijd in ons hoofd blijven zitten. Liefhebben heeft een ander effect op de ander maar ook op jezelf. Angst voor wat er kan gebeuren wordt ingeruild voor gastvrijheid en welkom heten. Liefde verdrijft de angst en geeft verbinding.

Deze confronterende titel is niet compleet. In het AD-Gouda van 29 september 2018 stond ‘Aantal statushouders met uitkering moet dalen’. Maar als je deze kop combineert met termen als ‘Gouda heeft een groot probleem’ en ‘oorzaak is …. aantal statushouders’ kan de conclusie zomaar worden: ‘aantal statushouders moet dalen’.

Maar wie geeft deze mensen een stem? Wie durft in het gure Nederlandse klimaat een ander geluid te laten klinken? Wie heeft het lef om nuance aan te brengen en weg te blijven van populistische uitspraken? Zou het niet beter zijn als de politiek een eerlijk verhaal gaat vertellen en dat de media niet alleen laat klinken wat mensen willen horen?

Daarom een poging om een meer compleet verhaal te vertellen en ook een stem te geven aan statushouders die nu als zondebok worden neergezet.

Inderdaad heeft gemeente Gouda een probleem, meer dan 1800 uitkeringsgerechtigden en een tekort in 2017 van 2,8 miljoen. Maar de vraag is of dit wordt veroorzaakt door de toename van het aantal statushouders?

De afgelopen jaren is het aantal uitkeringsgerechtigden in Gouda altijd hoger geweest dan gemiddeld in Nederland. De toename van mensen in de bijstand is ook een landelijke trend, daarin is Gouda niet uniek. Dit was trouwens al veel langer bekend en ook voorzien. De vraag is echter wat hier aan gedaan is? Terugkijkend op de afgelopen vier jaar is de conclusie dat het beleid hier onvoldoende effect heeft gehad. Ook al zijn er in april 2017 art38 vragen gesteld met een toezegging als gevolg. De toezegging was om te werken met Profielen waardoor er een betere match tussen statushouders komt. Dit is vervolgens uitgebreid naar alle bijstandsgerechtigden maar is, zover wij weten, nog steeds niet gerealiseerd.

En waarom lukt het eigenlijk niet om statushouders aan het werk te krijgen? Een aantal moedige ondernemers daar gelaten is de teneur toch dat mensen met een niet-westerse achtergrond nauwelijks uitgenodigd worden, zelfs niet voor stageplekken. Inderdaad speelt cultuur een rol en is het individualistische prestatie denken van Nederland (gelukkig) niet de arbeidsethos van nieuwkomers. Maar mensen aan de kant laten staan, omdat winstcijfers belangrijker zijn dan participatie, en vervolgens klagen over de kosten voor onze samenleving is hypocriet.

Misschien moeten we afspreken dat we niet meer over elkaar, maar met elkaar praten. Waarom staat in het AD geen artikel over de statushouder die keer op keer teleurgesteld wordt, gekort wordt op de uitkering omdat hij de brieven van de gemeente niet begrijpt en zich steeds meer een paria voelt in onze samenleving?
Waarom gaat u niet in gesprek met die mede-burger die een ander kleurtje heeft en graag een dagbesteding wil hebben?

Ik wens ons verrassende ontmoetingen!

 

‘Het is zo fijn om iets terug te kunnen doen.’ Dit was de reactie van een vrijwilliger bij de Voedselbank toen ik daar te gast was. Deze vrouw was 40 jaar geleden, met haar gezin, naar Nederland gekomen en in Gouda gaan wonen. ‘Het was heel moeilijk, met één koffer, geen familie en vrienden en je kent de taal niet. Maar ik ben zo dankbaar voor alles wat ik heb gekregen en daarom wil ik anderen ook helpen. Het is zo fijn om iets terug te kunnen doen.’

Op de Nationale Vrijwilligersdag wil ChristenUnie Gouda een knipoog uitdelen aan de kanjers van Gouda. Daarom ben ik naar de Voedselbank gegaan om daar op donderdagochtend zo’n 25 vrijwilligers te ontmoeten. Elke week weer worden hier voor zo’n 300 gezinnen voedselpakketten samengesteld.

Bijzonder om te zien hoe enthousiast deze groep vrijwilligers samen de schouders eronder zetten. Hiermee hebben zij echt oog voor de mensen die van zeer weinig geld moeten rondkomen. Wat mij opviel is dat de groep vrijwilligers zeer gevarieerd is, mooi dat Gouwenaren met verschillende achtergronden elkaar hier ontmoeten.

Namens de ChristenUnie fractie mocht ik een ‘Goudse Kanjer’ uitreiken aan Corrie Schouten als vertegenwoordiger voor alle vrijwilligers en het bestuur van de Voedselbank.

 

Afgelopen donderdag was een mooi moment voor Goudse jongeren die een zwervend bestaan leiden. Toen werd de Goudse Jongeren Opvang geopend door Corine Dijkstra. Dit initiatief biedt opvang en begeleiding aan jongeren die geen vaste woon of verblijfplaats meer hebben. In het ‘Kompas’ de opvanglocatie van het Leger des Heils in Gouda werken ze samen met Kwintes en Eleos aan het welzijn van deze jongeren.

Dat er behoefte was aan een opvanglocatie voor jongeren die niet meer thuis wonen en op straat zwerven bleek al in 2015 bij een werkbezoek aan het Kompas. Vervolgens hebben vanuit de ChristenUnie fractie Thera de Haan en Wout Schonewille hier aandacht voor gevraagd en ‘ronde tafel gesprekken’ georganiseerd (Jongeren onder Dak) met betrokken organisaties.

Door deze organisaties is er hard gewerkt om de Goudse Jongeren Opvang te realiseren en we willen hen graag feliciteren en complimenteren met het resultaat. Tijdens de opening werd terecht opgemerkt dat de noodzaak geen reden is tot feest. Tegelijk is het mooi dat dit probleem niet langer genegeerd wordt en er nu een oplossing wordt geboden.

We wensen alle begeleiders en de jongeren veel succes toe en hopen dat door opvang en begeleiding zij hun leven weer op de rails krijgen. Bijzonder was de omdraaiing van wethouder Dijkstra in haar toespraak: ‘Gouda heeft jongeren nodig, ook de jongeren waarbij het niet vanzelf gaat in hun leven.’ Daarmee was de toon gezet, deze jongeren zijn geen last voor Gouda maar zijn voorbeelden van overleven ondanks problemen die je overkomen. En daar kunnen we als Gouda van leren.

Gelukkig mag ik weer een plusje achter mijn naam zetten want wij doen mee met 100-100-100, het project om 100 dagen afvalvrij te leven als gezin. Het voelt goed om jezelf te profileren als ‘duurzaam’ mens en te laten zien hoe milieubewust je wel niet bent. Maar in alle eerlijkheid word ik ook moe van die competitie.

Lees meer

In december heeft de ChristenUnie vragen gesteld aan het college over de Hulp bij het Huishouden, de Thuiszorg. Er waren verontrustende signalen vanuit zorginstellingen over de aanbesteding hiervan. De televisie uitzending van ‘De Monitor’ op 28 februari jl. laat opnieuw zien dat er veel misstanden zijn. De ChristenUnie vraagt zich af of het college deze problemen wel voldoende serieus neemt.

Lees meer

Gouda – Nadat per 1 januari 2015 de gemeente Gouda verantwoordelijk is geworden voor de zorg kunnen we de balans opmaken over de eerste maanden. Helaas is er nog geen sprake van echte ‘vernieuwing’ in de zorg. Dat blijkt ook uit het gebrek aan contracten met kleine en innovatieve zorgverleners. ChristenUnie zal daarom een motie indienen om dit voor 2016 te realiseren.

Inkoop

Om zorg te verlenen moet de zorgaanbieder een contract hebben met de gemeente Gouda. Voor 2016 wordt er nu gewerkt aan het verlenen van deze contracten. Helaas is er voor 2015 verzuimd om de kleine aanbieders zoals zorgboeren en vaktherapeuten een zelfstandig contract te geven. Deze kleine aanbieders zijn veelal innovatief en goedkoper door minder overhead en een directe relatie met de cliënt. De ChristenUnie is van mening dat dit voor 2016 opgelost moet worden.

Motie

Omdat op dit moment de inkoop voor 2016 geregeld wordt en dit niet besproken wordt in de gemeenteraad dient de ChristenUnie een ‘motie vreemd aan de orde van de dag’ in. Dat is een motie waarbij het thema niet op de agenda van de raadsvergadering staat. Wout Schonewille: ‘het is onhandig dat dit voor 2015 niet geregeld is, terwijl het wel in de beleidsnota stond. Dit moet voor 2016 opgelost worden en daarom zetten wij het nu op de agenda’. Met deze motie wil de ChristenUnie, samen met SGP, SP, Partij voor de Dieren en CDA dat er zelfstandige contracten komen met kleine aanbieders en vrijgevestigde vaktherapeuten of hun samenwerkingsverbanden. Volgens Schonewille is dit noodzakelijk om de keuzevrijheid van cliënten te waarborgen en de vernieuwing in de zorg vorm te geven.

Vernieuwing

Dat deze vernieuwing nodig is in het sociaal domein wordt wel beaamd door iedereen maar volgens de ChristenUnie wordt hier nog te weinig op gestuurd door het college. In de reactie op de Kadernota 2016 – 2019 hekelt de ChristenUnie de grote nadruk op budget en begroting wat ten koste kan gaan van de zorg aan mensen. Juist het ‘omdenken’ en anders organiseren van de zorg kan een verbetering en een kostenbesparing opleveren. ‘Vernieuwing vraagt om lef, verder kijken dan de bekende relaties en durven loslaten. Het ‘omdenken’ is niet alleen nodig in de samenleving en bij zorginstellingen maar juist in het Huis van de Stad’ volgens Wout Schonewille. De ChristenUnie zal na de zomervakantie komen met een plan om de transformatie van de zorg een impuls te geven.

Het thema ‘schuldhulpverlening’ is regelmatig door de ChristenUnie op de politieke agenda van Gouda gezet. De afgelopen jaren heeft Anke Huisman verschillende keren aandacht gevraagd voor de lange wachttijd voordat een hulpverleningstraject wordt gestart. Vanuit dezelfde visie heeft op 29 april Wout Schonewille, ondersteund door Jasper Janssen (steunfractielid), art 38 vragen gesteld aan het college van B&W in Gouda.

Onoplosbare schulden

De aanleiding van onze vragen was het onderzoek van de Hogeschool Utrecht en de vragen die de ChristenUnie samen met de PvdA in de Tweede Kamer heeft gesteld. Met name het ‘categoriaal uitsluiten van doelgroepen’ stond hierbij centraal, waarbij staatssecretaris Klijnsma aangaf dat dit niet is toegestaan.

Veel afwijzingen

Uit de beantwoording van de vragen valt op dat er een groot aantal aanvragen voor schuldhulpverlening zijn afgewezen in 2014:

–          Aantal aanvragen: 675 (100%)

–          Alleen informatie verstrekt: -157 (23%)

–          Afgewezen voor ondersteuning: -255 (38%)

–          Aangemeld bij schuldhulpverlener: 262 (39%)

Afhankelijk van hoe je rekent is dus 38% of zelfs 49% afgewezen. De redenen voor deze afwijzing varieert van ‘onvoldoende gegevens’ tot ‘ingetrokken’ of ‘ondersteuning niet mogelijk’. Vanzelfsprekend kunnen we de gemeente Gouda of de schuldhulpverlener niet verantwoordelijk houden voor het gebrek aan motivatie of complexe situaties van deze personen. Tegelijk is het wel de taak van de gemeente om de schuldhulpverlening zo effectief mogelijk in te richten en dit grote aantal afwijzingen roept op z’n minst vragen op.

Wachten op hulp

Wanneer de hulpvraag dan in behandeling wordt genomen ben je er nog niet. Uit de beantwoording van onze vragen blijkt dat in het vierde kwartaal de wachttijd is opgelopen tot 6 weken. Dat betekent dus dat iemand die in de schulden zit nog 1,5 maand moet wachten, en dus de schuld oploopt, voordat er hulp geboden wordt. Met het programma ‘De Deurwaarders’ van RTL op het netvlies kan iedereen zich wat een ellende dat geeft. Daarom is het ook onbegrijpelijk dat Westerbeek als schuldhulpverlener blijkbaar nog steeds de wachttijden niet onder controle heeft.

Preventie

Natuurlijk ligt de eerste verantwoordelijkheid bij de mensen zelf, ook al is het niet altijd hun eigen schuld. Maar als lokale overheid heb je hier wel een taak. Niet alleen voor desbetreffende inwoner van Gouda maar ook voor de samenleving. Het NIBUD heeft uitgerekend dat een huishouden met ernstige schulden ons 100.000 euro kost. Volgens de ChristenUnie is het nodig om meer aandacht te geven aan preventie en te kiezen voor een integrale aanpak van schuldhulpverlening.

Op woensdag 1 april besluit de gemeenteraad in Gouda over de Participatienota, hierin wordt de ondersteuning geregeld voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit is één van de taken waar de gemeente verantwoordelijk voor is geworden door de decentralisaties.

Participatie

Voor de ChristenUnie betekent dit meedoen. Wij geloven niet in ‘uitgerangeerd zijn’ of ‘aan de kant staan’. Wij geloven in het unieke van elk mens en de meerwaarde die elk uniek mens heeft voor de ander.  En daarom zijn we aan elkaar gegeven, juist vanuit het besef dat iedereen kwetsbaar is er geen mens is zonder een beperking.

Dit besef mag wat de ChristenUnie betreft meer leidend zijn in deze nota. Met alle goede intenties is het toch teveel geschreven vanuit economie en budget. Dat maakt dat ons debat over participatie versmald tot wat Norman Davies al schreef:

‘De politiek wordt gereduceerd tot een debat over verdeling van goederen en de jeugd leert dat bezittingen alleen voldoende is voor geluk’.

Begrippen als loonwaarde en verdiencapaciteit doen tekort aan mensen, alsof de waarde van een mens bepaalt wordt door hun inkomen.

Een tweede aspect wat ons stoort is de onuitgesproken suggestie dat ‘deze mensen’ zich onvoldoende inspannen. Alsof je ervoor kiest om een beperking te hebben, alsof je ervoor kiest om werkeloos thuis te zitten.

Daarom willen we graag oproepen dat zowel in beleid als in de uitvoering er met respect gecommuniceerd wordt over en met onze medemensen, en dat waar nodig de negatieve denkwijze en benadering van deze medemensen gecorrigeerd wordt.

Tegelijk beseffen wij dat mensen de situatie waar ze, ongewenst in terecht zijn gekomen, zijn gaan accepteren. En deze situatie soms als normaal gaan beschouwen en hun uitkering of ondersteuning als ‘recht’ zijn gaan ervaren. En daarom steunen wij ook de inzet van een inclusieve samenleving waarin iedereen bijdraagt naar vermogen en zich actief inzet voor eigen levensonderhoud. Wat de ChristenUnie betreft gaat het om ‘betrokken op mensen maar streng voor profiteurs’.

Vanuit deze visie willen we nog een aantal punten meegeven om te bespreken:

Beschut werk

Wij twijfelen zeer of het aantal van 4 beschutte plekken niet teveel ingegeven is door bezuinigingsdrift in plaats van realiteit.

Daarbij ook de vraag of het uitsluiten van lokale ondernemers als partners voor deze doelgroep terecht is. Gemeente Zuidplas maakt daar een andere keus in.

Innovatie

Wij missen echt de innovatie, het ‘nieuwe denken’. Nu lijkt het vooral alsof we een nieuwe wet met nieuwe taken hebben maar met de oude instrumenten. Waarom niet inzetten op pilots die zich al bewezen hebben in andere gemeenten?

Werkgevers

We verwachten veel van ondernemers, werkgevers. Maar de benadering is wat de ChristenUnie teveel vanuit ‘kaders stellen en vervolgens ondernemers uitnodigen om binnen deze kaders hun bijdrage te leveren’. Draai het eens om: inventariseer de behoeften en faciliteer werkgevers. Dat mag wat ons betreft zelfs betekenen dat de loonkostensubsidie verhoogd wordt (waar mogelijk), dat is beter dan een extra uitkering.

Debat

Tijdens het debat is ook gesproken over ‘ontschotting’ waarmee bedoeld wordt dat tussen de WMO, de Jeugdwet en de Participatiewet de schotten worden weggenomen. Een prima idee want hierdoor kan de noodzakelijke vernieuwing van het sociaal domein in gang gezet worden. Als ChristenUnie hebben wij hierbij wel wat kanttekeningen geplaatst.

Het is niet realistisch om te verwachten dat budget uit de WMO het tekort bij de Participatiewet kan opvangen aangezien onduidelijk is of het budget bij de WMO toereikend is.

Een tweede aandachtspunt is de controlerende taak van de gemeenteraad. Als budget flexibel ingezet wordt is niet meer te controleren of taakstellingen binnen het budget gehaald worden.

Als ChristenUnie verwachten we dus meer van ‘ontschotting van uitvoering ipv budget’. Wees flexibel in beleid en procedures en maak budget traceerbaar.

Moties

Als ChristenUnie zullen we, in samenwerking met andere partijen, proberen om de nota te verbeteren met moties en amendementen.

Wout Schonewille

Bekijk hier de webcast met de bijdrage van Wout Schonewille